Special Eindejaarstips 2025

Special Eindejaarstips 2025

Wat kunt u als ondernemer fiscaal dit jaar nog regelen? Zijn er voor de dga belangrijke aandachtspunten waarop u moet anticiperen? Op welke zaken moet u zich als werkgever voorbereiden voor het nieuwe jaar? En welke andere wijzigingen per 1 januari 2026 zijn voor u handig om te weten?

Let op!
Een aantal plannen van het kabinet is nog niet definitief en moeten nog door de nieuwe Tweede Kamer en de Eerste Kamer worden goedgekeurd. Daarom overleggen wij graag met u persoonlijk of het verstandig is wel of geen stappen te zetten.

De tips zijn onderverdeeld in de volgende categorieën:

  1. Tips voor alle belastingplichtigen
  2. Tips voor de ondernemer in de inkomstenbelasting
  3. Tips voor de bv en de dga
  4. Tips voor werkgevers
  5. Tips voor de automobilist
  6. Tips voor de woningeigenaar
  7. Btw-tips

Let op!
Sommige tips komen op meerdere plekken terug. Dit heeft te maken met het feit dat deze tips passen bij de verschillende thema’s of doelgroepen.

Opmerkingen vooraf
In diverse tips wordt ingegaan op het mogelijke belastingvoordeel dat met aftrekposten kan worden behaald. Dat speelt zich vooral af in box 1 van de inkomstenbelasting, waarin onder andere inkomsten uit loon, pensioen en de eigen woning worden belast. Voor personen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt, geldt vanaf 2025 in box 1 een drieschijvenstelsel. De eerste schijf loopt in 2026 tot € 38.883 tegen een tarief van 35,7%, de tweede schijf loopt van € 38.883 tot € 79.137 en kent een tarief van 37,56%. Alles daarboven is in 2026 belast tegen 49,5%.

Voor personen die de AOW-leeftijd wel hebben bereikt, gelden ook drie tarieven. Daarbij wordt voor de eerste schijf een onderscheid gemaakt naar leeftijd. Voor personen die vóór 1946 zijn geboren, geldt een eerste schijf tot € 41.123 en een tarief van 17,8%. Voor degenen die later zijn geboren, loopt de eerste schijf tot € 38.883 met hetzelfde tarief van 17,8%. De tweede schijf loopt voor beide categorieën tot € 79.137 met een tarief van 37,56%. Alles daarboven is in 2026 belast tegen 49,5%.

Dat lijkt eenvoudig, maar schijn bedriegt. In het systeem van belastingheffing bestaan namelijk heffingskortingen, waarmee de verschuldigde belasting wordt verminderd. De belangrijkste heffingskortingen zijn echter inkomensafhankelijk. Meestal betekent dit dat de korting minder wordt als het inkomen stijgt (en vice versa). Het is daardoor mogelijk dat een aftrekpost niet alleen belastingbesparing oplevert van het genoemde tarief, maar ook zorgt voor een hogere heffingskorting (en bij een hoger inkomen juist andersom). Zo kan het werkelijke voordeel van een aftrekpost dus groter zijn dan het tarief alleen. Het is echter niet mogelijk om daarvoor eenvoudig een formule te geven waarmee de uitkomst kan worden berekend, omdat die afhankelijk is van iemands persoonlijke situatie. Daar komt bij dat een aantal aftrekposten slechts kan worden afgetrokken tegen het tarief van de 1e of 2e schijf, afhankelijk van het tarief waartegen uw inkomen belast wordt. Bovendien is de hoogte van de algemene heffingskorting sinds 2025 niet meer afhankelijk van alleen het inkomen uit werk en woning in box 1, maar van het verzamelinkomen, ofwel van het inkomen in box 1, box 2 en box 3 samen.

 

 

Benieuwd naar het wapen van Woudenberg?

Lees meer