Het kabinet wil de beoogde klimaatambities voor 2030 en 2050 behalen, de innovatie in Nederland stimuleren en Nederland nog meer verduurzamen. Om dit te bereiken, is een aantal voorstellen gepresenteerd in het Belastingplan 2025. Hieronder staan de belangrijkste voorstellen voor u als ondernemer op een rij.

7.1      Verklaring voor MIA en VAMIL

Er komt een wijziging in het verwerkingsproces bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor de Energie-investeringsaftrek (EIA), de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu bedrijfsmiddelen (Vamil).

Op dit moment geeft de RVO na aanmelding van een investering een advies aan de Belastingdienst als een bedrijfsmiddel wordt aangemeld voor een subsidie. Bij het opleggen van de belastingaanslag bepaalt de inspecteur vervolgens of de aftrekmogelijkheid wordt geaccepteerd. Dit proces wordt vereenvoudigd. De RVO geeft na een technische beoordeling direct een verklaring af als sprake is van een milieu-investering die in aanmerking komt voor de MIA/Vamil. Voorheen werden deze verklaringen alleen afgegeven voor de EIA.

Deze vereenvoudiging zorgt ervoor dat de bezwaar- en beroepsprocedure voortaan bij de RVO plaatsvindt.

7.2      Tijdelijke verlenging energiefonds

Voor huishoudens die hun energierekening niet kunnen betalen, wordt geld beschikbaar gesteld uit het energiefonds. In dit energiefonds wordt voor zowel 2025 als 2026 60 miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld om huishoudens te ondersteunen.

7.3      Beëindiging salderingsregeling

Vanaf 2027 kunnen kleinverbruikers de ingevoerde elektriciteit (teruglevering), als elektriciteit opgewekt met zonnepanelen of uit andere hernieuwbare bronnen, niet meer salderen met de afgenomen elektriciteit. Ze ontvangen een redelijke vergoeding voor alle ingevoerde elektriciteit en betalen het volledige leveringstarief voor de afgenomen elektriciteit, inclusief energiebelasting en btw. De ACM ziet toe op de redelijkheid van deze vergoedingen.

7.4      Wijziging energiebelasting

De energiebelasting op aardgas tot een verbruik van 170.000 m3 wordt verlaagd met 2,8 cent per m3 in 2025, oplopend naar 4,8 cent per m3 in 2030. Zowel huishoudens als bedrijven profiteren van deze aanpassing in de tarieven.

7.5      Nieuw tarief voor waterstof

Energiebelasting is belasting die betaald moet worden voor het gebruik van gas en elektriciteit. De betalingen worden via de energieleverancier afgedragen aan de Belastingdienst. Op dit moment is er geen fiscale stimulans om waterstof te gebruiken, omdat het energetisch verbruik van waterstof en aardgas volgens hetzelfde tarief belast worden.

Om het waterstofgebruik te stimuleren, wordt per 1 januari 2026 het energetisch verbruik van waterstof belast met een lager tarief dan het tarief dat geldt voor energetisch verbruik van aardgas.

Benieuwd naar het wapen van Woudenberg?

Lees meer