Vanaf 2025 kunnen we een ‘plusje’ in onze portemonnee verwachten. Dat kondigde koning Willem-Alexander aan in zijn troonrede. Het kabinet zet in het Belastingplan 2025 in op lastenverlichting voor werkende middeninkomens. Het doel is om werken aantrekkelijker te maken door het verlagen van de lasten op arbeid en het verminderen van de marginale druk. Onder marginale druk wordt verstaan hoeveel extra belasting u betaalt als u meer gaat verdienen. Om dit te bereiken, wordt een derde schijf in de inkomstenbelasting ingevoerd. Bekijk hier alle tariefswijzigingen.
1.1 Verlaging van tarieven box 1
Per 1 januari 2025 wordt een extra, verlaagde eerste schijf in box 1 geïntroduceerd. Dit zorgt voor een gerichtere lastenverlichting bij middeninkomens. Het tarief in deze eerste schijf daalt van 36,97% (2024) naar 35,82% (2025). Het tarief van de tweede schijf bedraagt 37,48%. De grens van de derde schijf start op € 76.817 (2025) en is daarmee € 1.298 hoger dan in 2024. Het hoogste tarief in box 1 blijft 49,5%.
Tarief inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen 2025 | |||
Belastbaar inkomen meer dan (€) | maar niet meer dan (€) | Tarief 2025 (%) | |
1e schijf | 38.441 | 35,82 | |
2e schijf | 38.441 | 76.817 | 37,48 |
3e schijf | 76.817 | – | 49,5 |
1.1.1 Verlaging algemene heffingskorting
De algemene heffingskorting wordt verlaagd om de introductie van de extra schijf in box 1 te financieren. Vanaf het maximale wettelijke minimumloon (€ 28.406) wordt de algemene heffingskorting afgebouwd naar nihil.
In onderstaande tabel staan de aanpassingen van andere heffingskortingen:
Heffingskortingen | 2024 (€) | 2025 (€) |
Algemene heffingskorting maximaal (< AOW-leeftijd) | 3.362 | 3.068 |
Arbeidskorting (maximaal) | 5.532 | 5.599 |
Jonggehandicapten korting | 898 | 909 |
Maximum inkomensafhankelijke combinatiekorting | 2.950 | 2.986 |
Ouderenkorting (maximaal) | 2.010 | 2.035 |
Alleenstaandeouderenkorting | 524 | 531 |
Afbouwpercentage van de arbeidskorting | 6,51% | 6,51% |
Sinds 1 januari 2024 is het uniforme tarief van box 2 vervangen door twee tarieven. Voor ontvangen dividenden tot € 67.000 geldt in 2024 een tarief van 24,5%. Dit tarief blijft in 2025 gelijk, maar geldt dan voor dividenden tot € 67.804. Voor 2024 werd het tarief van de tweede schijf eind 2023 op het laatste moment nog gewijzigd van de oorspronkelijk voorgestelde 31% naar 33%. Deze wijziging wordt nu met ingang van 2025 teruggedraaid. In 2024 geldt nog een tarief van 33% in de tweede schijf, vanaf 2025 is een tarief van 31% in de tweede schijf voorgesteld.
Tarief aanmerkelijk belang in 2025 | |||
Aanmerkelijk belang meer dan (€) | maar niet meer dan (€) | Tarief 2025 (%) | |
Eerste schijf | – | 67.804 | 24,5 |
Tweede schijf | 67.804 | 31 |
In box 2 wordt belasting geheven op voordelen uit aanmerkelijk belang, zoals dividenduitkeringen aan de aandeelhouder (dga) in privé. Fiscale partners profiteren twee keer van het tarief van de eerste lage schijf, wat betekent dat een dividenduitkering van € 134.000 in 2024 belast wordt tegen het lage tarief van 24,5%. In 2025 geldt het lage tarief van 24,5% bij fiscale partners tot een dividenduitkering van € 135.608.
Let op!
Heeft u als aanmerkelijk belanghouder een schuld die meer bedraagt dan € 500.000? Dan heeft u tot 31 december 2024 de tijd om deze af te lossen. Doet u niets? Dan bent u in box 2 belasting verschuldigd over het bedrag boven de € 500.000.
1.3 Tarieven box 3 – sparen en beleggen
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de huidige wetgeving van box 3 niet voldoet aan Europese wetgeving. Dit betekent dat u bij de belastingheffing in box 3 kunt kiezen tussen het fictieve rendement of het daadwerkelijke rendement. De exacte manier waarop het daadwerkelijke rendement moet worden bepaald en aangegeven, is nog niet helemaal duidelijk. Het tarief van box 3 wijzigt niet en blijft 36% in 2025.
1.4 Ongewijzigde tarieven vennootschapsbelasting
De tarieven in de vennootschapsbelasting blijven ongewijzigd. Vanaf 1 januari 2025 geldt een tarief van 19% voor de eerste € 200.000 aan belastbare winst. Voor de winst boven dit bedrag blijft het tarief 25,8%.
1.5 Verhoging btw-tarief cultuur, sport, boeken, hotels
Het verlaagde btw-tarief van 9% voor cultuur, media, logies (hotels, vakantiewoningen en stacaravans), boeken en sport vervalt vanaf 1 januari 2026. Het algemene btw-tarief van 21% wordt dan van toepassing.
Let op!
Bij niet-winstbeogende sportverenigingen blijft de vrijstelling van toepassing.
1.6 Verlaging overdrachtsbelasting voor woningen niet in eigen gebruik
Het algemene tarief van de overdrachtsbelasting van 10,4% wordt per 1 januari 2026 verlaagd naar 8% voor woningen die niet in eigen gebruik zijn. Deze verlaging is nog niet opgenomen in een concreet wetsvoorstel, maar wordt opgenomen in een op een later moment in te dienen voorstel. Voor woningen die wel in eigen gebruik zijn, blijft het verlaagde tarief van 2% of de startersregeling van kracht.
1.7 Verhoging tarief kansspelbelasting
De kansspelbelasting stijgt in 2025 van 30,5 naar 34,2%. Vanaf 1 januari 2026 bedraagt het tarief 37,8%.