8.1 Wetsvoorstel aanpak schijnzelfstandigheid
Met de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden wil het kabinet de balans in het werken met en als zelfstandige(n) herstellen. Vorig jaar is er een wetsvoorstel ter consultatie aangeboden inzake de richtlijnen en maatregelen wanneer er als werknemer gewerkt wordt en wanneer er als zelfstandige gewerkt kan worden.
Drie wetsvoorstellen
Het inmiddels demissionaire kabinet werkt verder aan diverse wetsvoorstellen op het terrein van werk en arbeid. Het wetsvoorstel dat ter consultatie lag, is onderdeel van het in april 2023 gepresenteerde arbeidsmarktpakket met samenhangende maatregelen voor meer zekerheid voor werkenden en meer wendbaarheid voor ondernemers.
Een onderdeel van het pakket is het herstellen van de balans in het werken met en als zelfstandige(n). Die hervorming wordt langs drie parallelle lijnen vormgegeven:
Doel wetsvoorstel
Dit wetsvoorstel beoogt bij te dragen aan het herstellen van de balans tussen het werken met zelfstandigen en als zelfstandige(n) aan de ene kant, en het werken met en als werknemer(s) aan de andere kant. Het voorstel verduidelijkt wanneer er als werknemer gewerkt moet worden en wanneer er als zelfstandige gewerkt kan worden. Daarnaast worden werkenden met beperkte onderhandelingsmacht ondersteund bij het opeisen van hun arbeidsovereenkomst.
De maatregelen
Het wetsvoorstel bevat de volgende maatregelen:
1. Verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie
Het wetsvoorstel geeft aan wanneer er wordt gewerkt onder gezag van een leidinggevende. Er worden in dat kader drie hoofdelementen geïntroduceerd om duidelijkheid te geven aan werkenden, werkgevers, opdrachtgevers, uitvoeringsorganisaties en de rechtspraak:
Deze criteria moeten ervoor zorgen dat het beoordelen van arbeidsrelaties consistent is.
2. Rechtsvermoeden uurtarief
Dit voorstel introduceert het rechtsvermoeden dat bij een uurtarief onder € 32,24 (peildatum 1 juli 2023) een arbeidsovereenkomst bestaat. De werkgever dient het tegendeel aan te tonen.
Eenvoudig een arbeidsovereenkomst
Hierdoor moet het voor werkenden aan de onderkant van de arbeidsmarkt eenvoudiger worden om bij de werkgever dan wel bij de rechter een arbeidsovereenkomst te claimen. Bijkomend voordeel is dat er een preventief effect uitgaat van het rechtsvermoeden, doordat bij werken tegen een lager tarief beter beoordeeld wordt of de klus door een zelfstandige gedaan kan worden of dat er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst.
8.2 Zzp’er vrijwillig bij pensioenfonds
Zzp’ers kunnen zich mogelijk vrijwillig aansluiten bij een pensioenfonds. Dit is een van de afspraken die in de nieuwe Wet toekomst pensioenen staat.
Pensioenakkoord
In de Wet toekomst pensioenen (WTP) staan de afspraken uit het Pensioenakkoord. Met de inwerkingtreding van deze wet op 1 juli 2023 is voor zzp’ers ook de mogelijkheid geïntroduceerd om zich vrijwillig aan te sluiten bij een pensioenfonds.
Voorwaarden pensioenfonds
Het moet wel gaan om een pensioenfonds in de branche waarin de zzp’er werkt. Verder moet het pensioenfonds ook de mogelijkheid bieden tot vrijwillige aansluiting. Informeer daarom bij het pensioenfonds of deze mogelijkheid bij hen bestaat.
Aftrek in inkomstenbelasting
De zzp’ers die van deze mogelijkheid gebruikmaken, kunnen de aan het pensioenfonds betaalde premies aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting.
Verplichte pensioenregeling
Overigens geldt in bepaalde beroepsgroepen en bedrijfstakken voor ondernemers een verplichting om deel te nemen aan de pensioenregeling. Dit bestaat al langer en dus niet pas vanaf de inwerkingtreding van de WTP.
Die verplichting geldt voor ondernemers met een schildersbedrijf, stukadoorsbedrijf, glaszetbedrijf, afwerkingsbedrijf, afbouwbedrijf, natuursteenbedrijf of een terrazzo- of vloerenbedrijf. Verder geldt die verplichting voor ondernemers die het beroep uitoefenen van apotheker, fysiotherapeut, huisarts, verloskundige, medisch specialist, dierenarts, notaris of kandidaat-notaris, loods of roeier in het Rotterdamse Havengebied.
8.3 Betalingen aan natuurlijke personen in januari 2024 opgeven aan Belastingdienst
Betaalde u in 2023 bedragen aan natuurlijke personen die niet bij u in dienstbetrekking waren of die een factuur met btw aan u uitreikten? En bent u inhoudingsplichtige voor de loonheffingen? Dan moet u deze bedragen uiterlijk deze maand, dus uiterlijk 31 januari 2024, aan de Belastingdienst doorgeven.
Opgaaf Uitbetaling bedragen aan derden
Het verplicht doorgeven aan de Belastingdienst van aan natuurlijke personen betaalde bedragen wordt ook wel de opgaaf Uitbetaling bedragen aan derden, ofwel opgaaf UBD genoemd. Tot en met 2021 hoefde u deze opgaaf UBD alleen te doen als de Belastingdienst daarom vroeg.
Vanaf het jaar 2022 moet u dit echter verplicht uit eigen beweging doen. Deze verplichting geldt voor:
Geen opgaaf UBD
De opgaaf UBD geldt voor betalingen aan natuurlijke personen voor door hen verrichte werkzaamheden en diensten. Bepaalde betalingen hoeft u echter niet door te geven. Dit geldt bijvoorbeeld voor betalingen die u doet aan een natuurlijke persoon die werknemer is bij u of voor u werkzaamheden verricht als vrijwilliger. Ook betalingen aan een natuurlijke persoon die daarvoor een factuur met btw heeft uitgereikt, zijn uitgezonderd van de opgaaf UBD.
Let op!
Een ondernemer – een natuurlijke persoon – die btw-vrijgestelde werkzaamheden verricht voor u, is niet uitgezonderd van uw opgaaf UBD. Hoewel deze ondernemer misschien een factuur uitreikt, is op deze factuur geen btw vermeld. Hetzelfde geldt voor een natuurlijke persoon die de KOR toepast of de btw naar u verlegt. Ook voor betalingen aan deze natuurlijke personen moet u een opgaaf UBD doen.
Welke gegevens?
U doet de opgaaf UBD digitaal. Hierbij moet u de volgende gegevens opgeven:
Let op!
Deed u een betaling in natura aan een natuurlijke persoon voor verrichte werkzaamheden of diensten? Dan moet u deze betaling in natura ook doorgeven.
Uiterlijk 31 januari 2024!
De betalingen aan natuurlijke personen die u in 2023 deed, moet u uiterlijk 31 januari 2024 doorgeven aan de Belastingdienst. Bent u inhoudingsplichtige voor de loonheffingen of een collectieve beheersorganisatie, dan moet u dit uit eigen beweging doen. In alle andere gevallen hoeft u dit alleen te doen als de Belastingdienst daarom vraagt.
Renseigneringsverplichting
Het verplicht doorgeven van de betaalde bedragen aan de Belastingdienst wordt ook wel de renseigneringsverplichting genoemd. U dient dit uit eigen beweging te doen. De verplichting geldt voor twee groepen administratieplichtigen:
Uitgesloten betalingen
Bepaalde betalingen hoeft u niet door te geven. Het gaat hier onder meer om betalingen voor werkzaamheden die zijn verricht als vrijwilliger, werkzaamheden en diensten waarvoor een factuur is uitgereikt met omzetbelasting, de werkzaamheden en diensten die zijn verricht als werknemer en de vergoedingen voor een auteursrecht.
Tip!
De renseigneringsverplichting geldt niet voor een niet in Nederland wonende of gevestigde werkgever die in Nederland geen inhoudingsplichtige is.
Aan te leveren gegevens
Het aanleveren van de gegevens moet digitaal. Het gaat hierbij om de volgende gegevens:
Let op!
De in 2023 aan een derde betaalde bedragen moet u uiterlijk 31 januari 2024 aan de Belastingdienst doorgeven. Dit moet u dus uit eigen beweging doen, u kunt niet wachten tot de Belastingdienst hierom vraagt.