3. TIPS VOOR DE BV EN DE DGA

3.1 In 2025 nog dividend uitkeren?

Het tarief in box 2, waarmee onder meer inkomen uit dividend belast wordt, blijft in 2026 ongewijzigd. Het tarief bedraagt 24,5% over inkomsten tot € 67.804 (2025) en € 68.843 (2026). Boven de genoemde bedragen blijft het tarief van 31% van toepassing.

Heeft u een fiscale partner, dan kunt u het uitgekeerde dividend in de aangifte onderling verdelen. U betaalt bij een 50/50-verdeling in 2025 dan 24,5% over de eerste € 135.608 aan inkomen in box 2 en over het meerdere 31%. In 2026 betaalt u 24,5% over de eerste € 137.686 en over het meerdere 31%.

Tip!
Overweeg nog in 2025 dividend uit te keren tot een bedrag van € 67.804, respectievelijk € 135.608 en hiermee gebruik te maken van het lage tarief. Dit kan met name voordelig zijn als u van plan was in 2026 meer dividend op te nemen dan € 68.843 respectievelijk € 137.686.

Houd er daarbij rekening mee dat inkomen in box 2 vanaf 2025 ook medebepalend is voor de hoogte van de algemene heffingskorting. Het uitkeren van dividend kan dus minder heffingskorting opleveren.

Let op!
Dividenduitkeringen hebben ook effect op uw box 3-vermogen en excessief lenen. Heeft u als aanmerkelijkbelanghouder een schuld die meer bedraagt dan € 500.000, dan heeft u namelijk tot 31 december 2025 de tijd om deze terug te brengen. Doet u niets, dan bent u in box 2 belasting verschuldigd over het bedrag boven de € 500.000. Overleg met uw adviseur of het voordelig is om nu dividend uit te keren of dat het beter is om te wachten tot 2026. Of wellicht om later in één keer een hoger bedrag aan dividend uit te keren.

Let op!
Houd er verder rekening mee dat oppotten van winst in uw bv sinds 2024 minder aantrekkelijk is. Bij de uiteindelijke verkoop van uw bv betaalt u dan immers al snel het tarief van 31%.

3.2 Optimaliseer uw (kleinschaligheids)investeringsaftrek

Als u investeert, heeft u als ondernemer in beginsel recht op de investeringsaftrek voor kleinschalige investeringen. Er geldt wel een aantal voorwaarden, waaronder een minimum investeringsbedrag. Dit bedrag is voor 2025 bepaald op € 2.901. De KIA krijgt u bovendien alleen voor investeringsgoederen waarop u moet afschrijven. Dit betekent dat het bedrijfsmiddel minstens € 450 moet kosten. Investeert u in 2025 in totaal dus minstens voor € 2.901 aan bedrijfsmiddelen die ieder minstens € 450 kosten, dan heeft u in beginsel recht op de KIA.

Tip!
Zit u dit jaar met uw investeringen net onder de minimumgrens van € 2.901, dan kan het lonen een voorgenomen investering iets te vervroegen, zodat u toch voor de KIA in aanmerking komt. Het kan zomaar 28% KIA opleveren over het totaal aan investeringsverplichtingen.

Rondom de investeringsaftrek is er een aantal zaken om rekening mee te houden: het moment van het aangaan van investeringsverplichtingen (geven opdracht, ondertekening offerte e.d.), in combinatie met de tabel van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Het percentage aan aftrek is in 2025 het hoogst als het totaal aan verplichtingen ligt tussen € 2.900 en € 70.602 (namelijk 28%). Tussen € 70.602 en €130.744 is de KIA een vast bedrag: € 19.769. Het plannen en – voor zover mogelijk – het spreiden van investeringsverplichtingen loont vaak de moeite.

Tip!
Dreigt u in 2025 meer te investeren dan het maximum van € 392.230, overweeg dan uw investeringen over meerdere jaren te splitsen. Zo levert een investering van bijvoorbeeld

€ 400.000 in 2025 geen KIA op. Splitst u deze investering over 2025 en 2026 in twee keer € 200.000, dan heeft u beide jaren recht op een KIA van € 14.533.

Betaal in ieder geval 25% van een nog niet in gebruik genomen investering binnen twaalf maanden na het aangaan van de verplichting tot aankoop van het bedrijfsmiddel. Doet u dit niet, dan komt de hele investeringsaftrek te vervallen (tenzij sprake is van overmacht).

Om de investeringsaftrek ook daadwerkelijk in de aangifte vennootschapsbelasting 2025 mee te mogen nemen, moet het bedrijfsmiddel in gebruik genomen zijn in 2025 óf er moet voldoende aanbetaald zijn. Anders schuift de aftrek door naar latere jaren. Afhankelijk van de verwachte winsten kan het aantrekkelijk zijn nog in 2025 een aanbetaling te doen. Let daarbij wel op risico’s bij faillissement van de leverancier.

3.3 Maak bewuste keuze bij gemengde kosten

Als onderneming kunt u een aantal kosten maar beperkt in aftrek brengen van de winst, omdat deze kosten voor een deel een privé-element bevatten. Dit betreft de kosten van voedsel, drank en genotmiddelen, representatiekosten (waaronder ook recepties, feestelijke bijeenkomsten en vermaak vallen) en ten slotte kosten van congressen, seminars, symposia, excursies, studiereizen en dergelijke. Bovengenoemde kosten zijn voor ondernemingen in de vennootschapsbelasting maar voor 73,5% aftrekbaar.

In plaats van dit percentage kunt u er ook voor kiezen een vast bedrag niet ten laste van de winst te brengen. Dit bedrag bedraagt voor ondernemingen in de vennootschapsbelasting in 2025 € 5.700 of 0,4% van de loonsom als dit meer is dan € 5.700. Het bovenstaande leert dat het raadzaam is een bewuste keuze te maken.

Let op!
Voor de berekening van het vaste bedrag kunt u vanaf 1 januari 2026 uitgaan van het fiscale loon waarop loonheffing is ingehouden. Dit vindt u in de verzamelloonstaat. U hoeft dan niet langer rekening te houden met posten die via de werkkostenregeling lopen. Het maakt de toepassing eenvoudiger, maar vergroot bovendien in bepaalde situaties de aftrekmogelijkheden voor u als werkgever.

Tip!
Bereken eerst of het al dan niet voordeliger is voor het vaste bedrag te kiezen. Vergeet u een keuze te maken, dan gaat de Belastingdienst er automatisch van uit dat u kiest voor het vaste bedrag, ook als dit onvoordelig voor u is.

3.4 Giftenaftrek in de bv tot € 100.000

In de vennootschapsbelasting bestaat een regeling voor giftenaftrek. Die bedraagt maximaal 50% van de winst tot een maximum van € 100.000.

In beginsel kan een gift door de bv gezien worden als behoeftebevrediging van de aandeelhouder(s) natuurlijke personen. Dit zou dan leiden tot een verkapte dividenduitkering, belast met dividendbelasting en inkomstenbelasting. Sinds 2025 worden giften boven het maximale aftrekbare bedrag belast met dividendbelasting en inkomstenbelasting bij de dga. Voor giften tot het maximale bedrag van € 100.000 is goedgekeurd dat dit niet leidt tot een verkapte dividenduitkering. Hierover is dus geen dividend- en inkomstenbelasting verschuldigd.

Tip!
Overweegt u een grote gift aan een ANBI te doen vanuit de bv boven het maximaal aftrekbare bedrag? Overweeg dan uw gift te vervangen door een bedrag ten behoeve van sponsoring of voor het maken van reclame. Dergelijke uitgaven waar een tegenprestatie tegenover staat, zijn geen gift en daarom gewoon aftrekbaar van de winst.

3.5 Afschaffen heffing op plastic wegwerpverpakkingen

Momenteel geldt een heffing op plastic bekers en wegwerpbakjes. Deze heffing wordt per 1 januari 2026 afgeschaft. De Inspectie Leefomgeving en Transport ziet inmiddels niet meer toe op de handhaving van deze regel. Wel blijft voor ondernemers de plicht bestaan om duurzame alternatieven voor plastic wegwerpverpakkingen aan te bieden of klanten aan te sporen zelf herbruikbare verpakkingen te gebruiken.

 

Benieuwd naar het wapen van Woudenberg?

Lees meer